REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

London 2005

London Eye

Stephen and I

Vrijdag 30 december 2005


Niet alleen wij voelen ons helemaal thuis in het Arran House. De meeste gasten verschijnen gewoon in pyjama en op hun sloffen aan het ontbijt. Als dat niet huiselijk is!

Bij het smalle ticketshopje aan Charing Cross Road (ja, het bestaat nog steeds!) informeren we of er plaatsen beschikbaar zijn voor "Billy Elliot". Dat is niet het geval. "Billy" is de komende maanden uitverkocht.

Het regent flink vandaag en het is een stuk minder koud. We hebben één klein parapluutje bij ons en besluiten er één bij te kopen. Dat doen we bij de sjieke winkel van James Smith & Sons. We worden geholpen door een perfect English gentleman. Paul kiest een opklapbare plu met extra verstevigde baleinen uit, maar heeft er al snel spijt van. De handgreep ligt niet lekker in de hand. Tja, we kunnen de plu moeilijk terugbrengen, want we hebben hem al in gebruik genomen!

Op Leicester Square checken we welke voorstellingen er in de aanbieding zijn. Op matineegebied zien we weinig interessants. Bovendien kunnen er op dat moment geen kaartjes gekocht worden, omdat de computers het hebben begeven. In de tussentijd gaan we shoppen.

Via een omweg door Soho lopen we naar de Virgin Megastore in Oxford Street. Daar zijn we lange tijd zoet. We kopen o.a. de volledige Six Feet Under-serie op dvd. Daarna gaan we langs Silverscreen om de Forsyte Saga te kopen en vervolgens naar het hotel om alle spullen te dumpen.

Al snel staan we weer op straat. De computerproblemen op Leicester Square zijn opgelost. We kopen kaartjes voor "Heroes". De matinee slaan we over vandaag. Niet vanwege het mooie weer, want het plenst nog steeds.

We steken de Thames over en vermaken ons op de Southbank. Eerst weer een aantal cd-winkels gefrequenteerd en daarna rondgesnuffeld bij de boekwinkel van National Theatre. De Royal Festival Hall is helaas gesloten vanwege renovatiewerkzaamheden. We lunchen bij Eat, behorend tot de Queen Elisabeth Hall.

Voor de specifiekere cd's gaan we naar Dress Circle, 'de beste showbizz shop ter wereld', en dan gebeurt er iets wonderlijks.

Ik ben gewoon wat aan het rondsnuffelen, wanneer mijn oog valt op een serie cd's van verschillende componisten. Porter zit erbij, Rodgers, Kern, Lloyd Webber en mijn grote favoriet: Stephen Sondheim. De klanten van Dress Circle hebben een goede smaak, concludeer ik met plezier: van Lloyd Webber zijn er nog minstens vijf cd's over, doch van Sondheim slechts één. Zal ik 'em nemen? Alle nummers die erop staan, heb ik al op andere cd's, dus het voegt niets toe aan mijn collectie.

Uiteindelijk plaats ik de cd terug op de plank, draai me om en daar staat hij, vlak naast me: Stephen Sondheim! Dit is een zinsbegoocheling, dat kan niet anders. Ik kijk nog eens goed. Nee, niemand lijkt zó op Stephen Sondheim als Stephen Sondheim zélf. Het is hem écht!

Achter Sondheim langs schuifel ik naar Paul en fluister discreet: "Zie je wie er naast ons staat?" Nuchter als altijd, antwoordt hij: "O, dat is Stephen Sondheim. Leuk" en hij gaat verder met rondsnuffelen. Ik probeer hetzelfde te doen, maar ik kan me niet meer concentreren. Allerlei ongeordende gedachten komen bij me op. Daar staat m'n grote idool. Zal ik hem aanspreken? Zeggen dat ik hem geweldig vind? Vragen om een handtekening? Aan de ene kant denk ik: natuurlijk! Wat heb ik te verliezen? Maar aan de andere kant... wat weet Mr. Sondheim er in godsnaam aan dat er een Nederlandse mevrouw bestaat die hem goed vindt? Laat die man toch lekker met rust!

Een jonge verkoper is ondertussen in alle staten en loopt het vuur uit de sloffen voor Sondheim, die hij eerbiedig aldoor 'sir' noemt. Sondheim wacht geduldig bij de kassa, totdat de jongeman aan komt draven met de spullen waar hij om gevraagd heeft. Hij rekent af, zet een petje op en verdwijnt in de regen. Het moment is voorbij en daarmee mijn kans om Mr. Sondheim aan te spreken. Hoe kan ik zo stom zijn?!

De verkoper heeft wél een handtekening gevraagd en is lichtelijk hysterisch wanneer ik mijn aankopen kom afrekenen. Tegen een collega, die het incident niet meegemaakt heeft, vertelt hij opgewonden: "Je hebt net Stephen Sondheim gemist! Weet je wat hij kocht? Drie karaoke cd's met z'n eigen muziek! 'Altijd leuk om cadeau te doen', zei hij!" Ik hoor aan zijn stem dat hij karaoke cd's beneden alle peil vindt. Dat de meester zélf drie exemplaren ervan koopt, getuigt van gevoel voor humor. Sondheim stijgt nóg meer in mijn achting!

Ik baal er behoorlijk van dat ik hem niet aangesproken heb. Dit is al de derde keer dat ik hem 'in levende lijve' ontmoet. Vorig jaar zag ik hem twee keer in de zaal van het National Theatre. De kans dat ik hem nu nóg een keer tegen kom, is nihil. Als troost koop ik voor mezelf een cartoon van hem bij Dress Circle. Ondertekend door de kunstenaar, maar niet door Steph, helaas!

We verlaten Dress Circle en bezoeken voor de tweede keer James Smith & Sons. Paul zoekt een andere plu uit en ik krijg de zijne. Hij ligt mij wél lekker in de hand. Zo, nu zijn we allebei tevreden.

Bij boekhandel Quinto koopt Paul twee biografieën en daarna gaan we naar het hotel. Ik rust een tijdje uit en werk aan het verslag, terwijl Paul gaat shoppen. Wanneer hij terugkomt, zegt hij: "Je raadt nooit wat er gebeurd is."

Hij was op zoek naar het boek "Gielgud's letters" en informeerde bij een aantal boekenzaken. Niemand had het op voorraad. Een verkoper bij Blackstone's wist, verbazingwekkend genoeg, niet eens hoe je de naam Gielgud moet spellen! Bij Borders had Paul eindelijk geluk: hij trof het boek aan in de schappen.

Met zijn nieuwe aanwinst daalde hij de trap af om te gaan afrekenen en ving toevallig een gesprek op tussen een verkoper van Borders en een vrouwelijke collega. De verkoper: "Dus ik was aan het rondneuzen op de componistenafdeling en toen stond hij opeens naast me: Stephen Sondheim! Ik had net een boek van hem in m'n handen en ik dacht nog: zal ik vragen of hij het wil signeren? Maar ik durfde niet!"

Er zijn dus meer van die oeneballen die op het laatste moment niet durven, te bescheiden zijn of helemaal dichtklappen in de nabijheid van hun idool. Mr. Sondheim is geheel onwetend van dit alles. Hij vindt het waarschijnlijk héérlijk om ongestoord door Londen te kunnen struinen, zich niet bewust dat hij een spoor van desparate fans achterlaat, die zich voor het hoofd kunnen slaan omdat ze hem niet aangesproken hebben!

De rest van mijn verblijf in Londen speur ik aandachtig rond of ik ergens een oudere-heer-in-regenjas-met-baardje-en-pet zie lopen, maar nee: ik heb m'n kans gemist daar bij Dress Circle!

Sondheim is dus 'out and about' in Londen. Door een advertentie in een programmaboekje zijn we erachter gekomen waaróm: zijn "Sunday in the Park with George" wordt momenteel opgevoerd in een theater dat Menier Chocolatefactory heet. Daar willen we natuurlijk naartoe! Maar eerst naar het toneelstuk "Heroes".

Wachtend aan de bar om drankjes te bestellen, ben ik reeds getuige van een stukje theater. De barman schiet enorm uit z'n slof tegen een klant die zijn bronwater mét prik wil omruilen voor zónder prik. "Denk dan eerst na voordat u bestelt!" snauwt de barman. "Ja, maar ik heb gezégd dat ik zonder prik wilde," beweert de klant. "Fouten maken is menselijk, meneer! Ik ben geen machine!" roept de barman geïrriteerd. "Ik kan het niet zomaar omwisselen, anders is m'n hele systeem in de war!" De gemoederen lopen hoog op en de manager moet eraan te pas komen.

Op het toneel gaat het er vrediger aan toe. Het stuk speelt in 1959 en gaat over drie Franse veteranen uit de eerste wereldoorlog. Ze verblijven in een veteranen tehuis. Het is een stel apart. Philippe heeft een granaatscherf in z'n hersens, waardoor hij regelmatig blackouts en waanideeën heeft. Gustave heeft ook een tic: hij durft zich niet buiten de hekken van het tehuis te begeven. Henri is er geestelijk het beste aan toe, doch hij heeft een lichamelijke handicap: hij loopt mank.

Elke dag komen de heren samen op het tuinterras om te mopperen, kibbelen en discussiëren. Getuige hiervan is een stenen beeldje van een hond, waarvan Philippe overtuigd is dat het af en toe beweegt. Ook de cynische Gustave heeft een band met het beeldje.

Uitgedaagd door de zachtmoedige Henri, waagt Gustave zich op een dag buiten de hekken. Nu hij de vrijheid heeft geproefd, wil hij niets anders dan ontsnappen aan de ijzeren discipline van het tehuis. Hij wil met zijn twee vrienden naar Indo-China. De andere twee brengen zijn wilde plannen terug tot een haalbaar scenario: een tochtje naar de volgende heuvel, waar fraaie populieren staan. Ze maken plannen, houden een dagboek bij en prikken een datum. Doch dan wordt het duidelijk dat Gustave niet zonder de stenen hond wil vertrekken. Dit vindt Henri absurd en hij trekt zich terug uit de onderneming.

In de volgende scène is het herfst. De drie mannen zitten nog steeds op hun terras als helden op sokken die het avontuur niet aandurven. Bij de aanblik van een groep ganzen in V-formatie dromen ze weg.

Het is dit seizoen kennelijk een trend om een groots, realistisch decor te hebben. Dit decor spant de kroon: een prachtig tuinlandschap met bomen op de achtergrond en een geweldig mooi lichtontwerp. Verdient de Olivier Award!

Na de voorstelling, die zonder pauze gespeeld wordt, gaan we eten bij Garfunkel's. Het bevalt ons slecht. De bediening is ongeïnteresseerd, uit de keuken klinkt gekibbel en kapot vallend glaswerk en het vlees is niet te eten. De kok zit onderuitgezakt en dodelijk vermoeid aan een tafeltje naast ons. Garfunkel's is hard achteruit gegaan. Daar moet Herman den Blijker aan te pas komen!


<-Vorig hoofdstuk: dag 3 Volgend hoofdstuk: dag 4->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional