REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
DAG 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21 en 22
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

Cambodja

Vissersgezin op Tonlé Sap

Dag 4: maandag 22 oktober 2001

Battambang - Tonlé Sap meer - Siem Reap
De oversteek


Om kwart voor zeven wordt er op de deur gebonsd. We staan direct op, pakken de rugzakken in en gaan ontbijten. Het ontbijt verloopt chaotisch, maar uiteindelijk krijgt iedereen min of meer wat hij besteld heeft.

Op de stoep voor het hotel wachten we op het busje, waarmee we naar de Tonlé Sap rivier rijden. Daar ligt een speedbootje klaar, dat ons over de rivier en het gelijknamige meer naar Siem Reap brengt. De tocht duurt ongeveer vier uur. Het is een geweldige ervaring. Vooral de eerste twee uur. De rivier is omzoomd door paalwoningen. De kinderen die ons voorbij zien varen, beginnen meteen te roepen en te zwaaien. Over de rivier liggen vissersnetten gespannen. Kleine vissersbootjes varen langs ons heen. Verderop worden de stroken land steeds smaller, totdat de rivier de overhand krijgt. Alleen de toppen van bomen steken boven het water uit.

Daarna volgt een gedeelte met "drijvende" dorpen, bestaand uit groepjes woonboten. Halverwege de tocht leggen we aan bij een winkeltje dat op palen in het water staat. Daar kunnen we spullen inslaan en naar het toilet gaan (= gat in de vlonder met een gordijn ervoor). Nu we toch allemaal bij elkaar zijn, bespreekt Vincent alvast de diverse vervoersmiddelen waarvan we gebruiken kunnen maken in Siem Reap. We kunnen motortjes, fietsen, tuk-tuks of een busje huren. De meeste mensen gaan voor de fietsen. Wij besluiten om twee dagen een fiets te huren en daarna zien we nog wel. Even later vervolgen we onze tocht.

Binnenin het bootje zitten we dicht op elkaar gepakt. Om de boot een luxueuze uitstraling te geven is de binnenkant geheel beplakt met op maat gesneden heugategels. De bodem staat voortdurend blank, zodat we de handbagage op schoot moeten nemen. Een aantal stoere mannen hebben hun toevlucht genomen tot het dak. Geen slecht idee, totdat ze door opspattend water overspoeld worden.

We varen door een soort mangrovegebied. Na een vrij saai stuk komen we aan in een klein havenplaatsje. Over een smal loopplankje gaan we van boord. Daar staat een heel stel bedelkinderen ons op te wachten. Ze zijn behoorlijk fanatiek en lopen ons bijna onder de voet. Sommigen lopen met ons mee naar de klaarstaande bus, aldoor bedelend en aan ons plukkend. We banjeren snel door het fotogenieke dorpje heen.

Met de bus rijden we naar Siem Reap (spreek uit: Sie-em Rie-ep). Het straatbeeld wordt gedomineerd door fietsen en motortjes. Auto's zijn er nauwelijks. We hebben al gemerkt dat Cambodjanen inventief gebruik maken van hun vervoermiddelen. Regelmatig zien we mensen met z'n drieën of soms zelfs met z'n vieren op de motor zitten. Iemand met een tapijt, een opklapbed of een flinke stapel kokosnoten achter op de fiets is geen uitzondering. Alles krioelt door elkaar. In principe rijdt men rechts, maar als daar toevallig een flinke kuil in het wegdek zit, wijkt men uit naar links. Wonderlijk genoeg verloopt alles zonder problemen.

We logeren in het Bakong Guest House. Bij de receptie hangt een bord met opschrift "No prostitutes". Onze kamer is roze en we hebben een bordeauxrode badkamer met een lila toilet. En dan maar glashard beweren dat het hier géén bordeel is!

Na een paar uurtjes rust gaan we er op uit. Eerst wisselen we geld bij een bankfiliaaltje vlak bij het hotel. Een giechelende juffrouw verzilvert onze cheques. Al het geld ligt open en bloot in een vitrine. Loketten met kogelwerend glas en zware kluizen schijnen hier niet nodig te zijn. Dat geeft een veilig gevoel! De Riel is de officiële munteenheid van Cambodja. Maar het is geen probleem om in Dollars te betalen.

Siem Reap blijkt een levendig stadje te zijn met houten huizen in koloniale stijl. Langs de hoofdweg liggen bergen gravel en stenen, waarmee de weg wordt verbreed. Door allerlei straatjes met restaurants en winkeltjes komen we bij een tempel, die gedeeltelijk door brand is verwoest. We bezichtigen een Boeddhabeeld en slenteren over het tempelterrein. Het is een soort hangplek voor jongeren, monniken en gehandicapten. In Cambodja hebben veel mensen een been verloren door het trappen op een landmijn. De meeste éénbenigen zijn tot de bedelstaf vervallen. Ik vind het moeilijk om te bepalen aan welke bedelaars je het beste iets kunt geven. Eénbenigen hebben een duidelijk herkenbare handicap, zodat je weet dat het aan hen goed besteed is. Een geamputeerd been kan je tenslotte niet voorwenden! Verder is het een kwestie van gevoel.

Bij een leuk restaurantje, Green Angkor genaamd, nemen we een late lunch. Ik neem een lekker hartig noedelsoepje. Wanneer we teruglopen naar het hotel, begint het zachtjes te regenen. We blijven een tijdje binnenshuis en gaan in het begin van de avond weer op stap. Onze w.c. loopt niet meer door en dat melden wij bij de receptie. Eén van de dames spreekt goed Engels. Ze belooft dat er iemand naar zal kijken.

We vonden vanmiddag dat Siem Reap een druk plaatsje was, maar 's avonds is het helemáál een gekkenhuis! De motortjes en fietsen suizen langs ons heen. Langs de rivier is alles sfeervol verlicht. Er zijn een heleboel karaokeclubs en eetgelegenheden. Bij een winkeltje koop ik wat kaarten. Nu de postzegels nog! Het begint weer te regenen en we schuilen onder een boom. Een paar éénbenigen komen bij ons bedelen. Ik geef ze een paar Thaise Baht, want Riel heb ik nog niet op zak.

Om een uur of negen gaan we eten bij Beijing, een Chinees restaurantje. Het wordt gerund door vier jonge meiden, die aldoor met elkaar lopen te dollen. Het eten is uitstekend klaargemaakt. Er komen telkens haveloze kinderen bij ons bedelen aan tafel. Ze worden het terras afgejaagd door één van de meiden. Wanneer we uitgegeten zijn, komt een schichtig jochie vragen of hij de restjes mag. We schuiven hem een bordje rijst met groente toe. Hij duikt achter de tafel om het op te eten, alsof hij een zwerfkat is. We vinden het heel schrijnend en durven nauwelijks naar hem te kijken. Hij schrokt snel de rijst naar binnen, maakt beleefd een buiginkje met gevouwen handen en verdwijnt in het donker.

We rekenen af en lopen richting hotel. Vlak naast het hotel is een karaokeclub. Voor het raam zitten allemaal Geisha-achtige meisjes. Het lijkt wel een etalage. We vragen ons af of het hoertjes zijn. Ondanks de nare situatie met het hongerige zwerfjochie bevalt Siem Reap ons goed. We voelen ons al helemaal thuis.

In het hotel lever ik onze vuile was in bij de receptie. De kapotte w.c. blijkt "gemaakt" te zijn. Dat wil zeggen: iemand heeft de boel flink doorgebaggerd. De spetters zitten tot aan het plafond!

<-Vorig hoofdstuk: dag 3 Volgend hoofdstuk: dag 5->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional