![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Cambodja![]() Dag 8: vrijdag 26 oktober 2001Siem Reap - Kompong ThomWadend door het waterZoals gewoonlijk worden we vroeg gewekt. Om half acht vertrekken we met twee pick-up trucks voor een lange tocht naar Kompong Thom. Terwijl de bagage wordt ingeladen, maak ik foto's van straattaferelen. Ook van Che-Che die aan de overkant op een vrachtje wacht. Hij poseert trots op zijn tuk-tuk. Dan is het tijd om te gaan. Wij nemen plaats in de laadbak op de bagage. De weg is vreselijk slecht en stoffig. Het is een sportieve rit! We hebben Siem Reap nog niet verlaten of het begint hevig te regenen. De chauffeur stopt langs de kant van de weg en we krijgen een dekzeil aangereikt, waar we allemaal onder kruipen. Niettemin worden we behoorlijk nat. De bui is snel voorbij en het duurt niet lang voordat we drooggeföhnd zijn door de wind. We rijden over het platteland en het is goed te merken dat hier weinig toeristen komen. Er wordt weer volop gezwaaid en "hellóóó" gemiauwd. Het blijft leuk, die spontane reacties. Achter ons aan rijdt nog een aantal pick-up trucks, volgepakt met mensen en goederen. We zien prachtige beelden. Aan alle kanten felgroene rijstvelden, palmbomen, houten hutjes met rode daken, tempels, koeien die de weg oversteken, buffels en varkens die lekker in de modder rollen, kinderen die in poeltjes spelen en talloze stalletjes langs de weg. Regelmatig zien we reclameborden voor de drie politieke partijen van het land: The Cambodian People's Party, de Funcinpec en de partij van Sam Rainsy. We stoppen in een klein dorpje bij een mooie Khmer-brug. De dorpsbewoners zijn geen toeristen gewend, wat blijkt uit het feit dat ze niet meteen met kaarten, T-shirts, fluitjes en sarongs aan komen rennen. Ze bekijken ons van een afstandje. Ik wil een foto maken van twee jochies en vraag of ze het goed vinden. Eéntje wil wel, maar het andere jochie vlucht verlegen weg. Even later springen ze van de brug af. Ze komen weer op de kant door in de pijlers te klimmen en zich op te trekken aan boomtakken. Echte acrobaten! Na een kwartiertje trekken we verder. Even later stuiten we op een verkeersopstopping. De weg vertoont een gapend gat vol water. De pick-up trucks worden één voor één door het water geloodst. Sommigen komen vast te zitten en moeten door andere trucks op de kant gesleept worden. Het is een drukte van belang. Iedereen helpt elkaar en zo is de hele operatie vrij snel achter de rug. Achter ons rijdt een truck vol jongemannen. Ze staan te joelen en te zwaaien in de laadbak. Ik maak een foto van hen. Eén van de jongens, met een doek om zijn hoofd gewikkeld, steekt zijn duim op. Dan moeten we allemaal de truck verlaten. We waden door het water, terwijl de truck ons met hoge snelheid voorbij rijdt. Aan de overkant kunnen we allemaal weer instappen. Tussen de middag eten we in een dorpje bij een eenvoudig restaurantje. Ik doe een spelletje met een lief meisje van een jaar of acht. Ze mag kennelijk niet ín het restaurant bedelen. Daarom loopt ze om naar het raam (wat uiteraard gewoon een gat in de muur is) en vraagt daar of ze wat Fanta mag. Ik vind het best en geef haar mijn blikje met een bodempje frisdrank. Ik gebaar naar haar dat ze het tegen niemand mag zeggen. Niettemin loopt ze meteen naar haar vriendjes om te laten zien dat ze een blikje heeft gekregen. Even later staan al haar kornuiten voor het raam "hellóóó" te roepen en naar de overgebleven blikjes te wijzen. De blikjes zijn al leeg, maar dat vinden ze niet erg. Ze maken er vast autootjes of vliegtuigjes van. Alle kinderen komen afscheid van ons nemen. Ze vinden het heel leuk om een high five te maken. Paul tilt een paar kinderen de lucht in. Met veel "bye-bye's" stappen we de trucks in. Onze truck rijdt voorop en maakt veel vaart. Na een tijdje zijn we de tweede truck uit het oog verloren. Bij een bescheiden nederzetting stopt de chauffeur om op zijn collega te wachten. Het hele dorpje loopt uit. Een dronken man houdt een heel verhaal tegen ons in het Khmer. We snappen er niets van. De chauffeur vertaalt de hoofdzaken voor ons. Het is een deerniswekkend verhaal over z'n kleine hutje en zijn armoedige bestaan. De tweede pick-up truck komt er al aan. Twee dames uit de groep delen knuffelbeestjes en snoepjes uit. De kinderen hebben nog nooit speelgoed gezien en staan onwennig met de knuffelbeestjes in hun handen. Na korte tijd rijden komen we in de provincie Kompong Thom. Een welvarende provincie, zo aan de huizen te zien. We logeren in het gelijknamige plaatsje. Vanuit Kompong Thom kan morgenochtend een excursie worden gemaakt naar de tempel Sambor Prei Kuk. Vincent heeft een intekenblaadje op de balie neergelegd, maar het blaadje blijft maagdelijk wit. Achter de balie staat een kinderlijke jongen die een paar woordjes Engels kent. Hij demonstreert ons zijn mechanische kerstman, die "Jingle bells" zingt. "His name Santa Claus", zegt hij ten overvloede. Hij probeert het liedje mee te zingen, maar hij kent noch de tekst, noch de melodie. Om de jongen een plezier te doen, blijven we even staan luisteren. Daarna gaan we het stof van ons af spoelen. We hebben best een luxe kamer. Helaas geen koelkast, maar wel een bad. Het is al vroeg donker, zodat we weinig van het plaatsje zien. Op zoek naar een leuk restaurant lopen we een brug over en komen terecht bij een groot hotel. Het eten wat geserveerd wordt, valt tegen. De kip zit vol bot en heeft zelfs nog veren. We laten de helft staan en vertrekken enigszins beschaamd. Het is niet prettig om eten onaangeroerd te laten in een land waar honger is. Maar misschien heeft iemand anders er nog plezier van! Paul gaat terug naar het hotel en ik ga wat spullen halen in een klein winkeltje dat z'n waren op de stoep heeft staan. Frisdrank heb ik snel gevonden. Nu nog iets eetbaars. Het worden vanillewafels. De rest van de avond regent het keihard. We gaan er niet meer uit. Op de kamer "dineren" we romantisch met wafeltjes op bed.
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |