REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
DAG 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21 en 22
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

Cambodja

Bokor Palace Hotel

Dag 17: zondag 4 november 2001

Kampot
Een barre tocht


Het heeft vannacht flink geregend en boven de heuvels is het mistig. Het is ongeveer 30 graden. Met twee minibusjes gaan we naar Bokor National Park. De weg erheen is slecht, maar dat is nog niets in vergelijking tot de weg ín het park. Het is beslist geen aangename tocht. Bovendien is het enige "wild" dat we zien een wandelende tak die per ongeluk in het busje terecht is gekomen.

We vrolijken de boel een beetje op door Dara Nederlandse woorden en uitdrukkingen te leren. Hij blijkt al een Nederlands zinnetje te kennen: "Zullen we gaan?" Maar met zijn vreemde neiging om overal een s achter te zeggen maakt hij er "Zullen we gaansss?" van.

Het busje wordt aan alle kanten door groen omsloten. Zo hobbelen we tergend langzaam naar boven. We doen er drie uur over om op de top te komen. Daar bezoeken we het voormalige koninklijke buitenverblijf, daterend uit de twintiger jaren van de vorige eeuw. Het is nu een vervallen ruïne die geheel begroeid is met oranje korstmos. Het lijkt wel of de muren verroest zijn. Erg leuk om in de kamers rond te scharrelen. Vanaf dit punt zouden we een mooi uitzicht over zee moeten hebben, maar het is heel mistig.

We hobbelen weer verder in het busje en komen aan in een spookstadje, gebouwd door de Fransen. Op kleine afstand van elkaar staan hier een vervallen casino, een kerkje, een ziekenhuis en het eens statige Bokor Palace Hotel. Het hotel ziet er geweldig uit. Ook weer geheel begroeid met een dikke moslaag. Het is heel onwerkelijk om door het gebouw te dwalen. Alsof je het wrak van de Titanic binnenzwemt. Er staan allerlei leuzen in het mos gekrast. Iemand heeft geschreven: "Het duurde 10 uur om hier te komen en er is geen reet aan." Ik ben het er niet mee eens. Het was inderdaad een barre tocht, maar je moet er wat voor over hebben om een stukje geschiedenis te aanschouwen.

Te voet gaan we naar het kerkje. Het altaar is nog aanwezig, maar verder is het helemaal leeg. Alleen de wanden staan vol gekladderd met graffiti. We worden opgepikt door de busjes en rijden verder. Er staat een bezoek aan de Popokvil waterval gepland, maar we krijgen een enorme regenbui. De weg wordt nu nog slechter. Na overleg besluiten we terug te gaan naar het koninklijke buitenverblijf. Daar kunnen we eten op de overdekte veranda. Het klaart een beetje op, zodat we toch nog iets van het mooie uitzicht te zien krijgen. Het ziet er echter niet naar uit dat het droog zal blijven. De waterval slaan we over. In plaats daarvan gaan we naar het kustplaatsje Kep.

Aangekomen in Kep regent het flink. Aanvankelijk neemt iedereen wat foto's vanuit het raam van het busje. Kep is een schilderachtig plaatsje met hutjes en vlonders in zee. Langzamerhand wordt het droog en kunnen we naar buiten. Toevallig wordt de krabbenvangst net aan wal gebracht. De kleine vissersbootjes gaan voor de kust voor anker en dan worden de plastic zakken vol krab aan land gedragen. De krab is aan boord al gekookt. We mogen proeven en dat laten de visliefhebbers zich niet voor een tweede keer zeggen. Dara vertelt dat deze krab naar een fabriek wordt gebracht waar hij wordt ingeblikt.

We nemen afscheid van Kep en de vriendelijke dorpsbewoners en worden teruggebracht naar het hotel. Het heeft naar binnen geregend op onze kamer, omdat het raam niet goed sluit. De hele vloer is nat en een paar kledingstukken ook. Dat is vervelend, maar we vinden het niet erg genoeg om te gaan klagen bij de receptie. Ik ga wat inkopen doen voor morgen en wordt in het winkeltje met open armen ontvangen door de Chinese verkoopster. Ik hoef mijn schoenen niet uit te doen, gebaart ze, maar dat vind ik onzin. Zo te zien heeft ze net de vloer gesopt en ik heb hele vieze modderschoenen. Ik koop crackers en La Vache qui rit (dat hebben ze overal ter wereld). Ze komt zelf aanzetten met drinkyoghurt. Oké, dat neem ik er ook bij. We zeggen "Bye-bye" tegen elkaar en ik loop terug naar het hotel.

's Avonds eten we in een sfeervol tentje aan de rivier. Het is een beetje een hippie-tentje. Er komen groovy people en vieze oude mannetjes om naar de groovy people te kijken. We nemen allebei salade. Daarna neem ik een pannenkoek en Paul een baguette. Ik word ondertussen opgevreten door de muggen, dus we blijven niet te lang zitten. Jammer, want ik vond het een leuk plekje.

<-Vorig hoofdstuk: dag 16 Volgend hoofdstuk: dag 18->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional