REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
DAG 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21 en 22
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

Cambodja

Bierondergang?

Dag 18: maandag 5 november 2001

Kampot - Sihanoukville
Het koloniale gevoel


We beginnen aan de laatste étappe van onze reis. Vandaag vertrekken we naar Sihanoukville, een havenstadje. Voor de laatste keer haal ik crackers bij de vriendelijke Chinese verkoopster. Ze staat zelf niet in de winkel, maar komt speciaal uit het magazijn om mij te begroeten. Het loont trouwens de moeite om vriendelijk te doen tegen de plaatselijke ondernemers. Ik groet nu al twee dagen een jonge restaurantbediende. Vanmorgen riep hij mij, toen ik langs liep. "Wil je brood?" vroeg hij. Hoe raadde hij het zo; daar was ik net naar op zoek! Hij verkocht mij een brood en wat puntjes smeerkaas. Later hoorde ik van andere groepsleden dat zij aldoor aan die jongen gevraagd hadden of ze brood konden kopen. Dat had hij stelselmatig geweigerd. Zo zie je, waar een beetje vriendelijkheid toe kan leiden. Of zou het mijn vrouwelijke charme zijn?

We rijden weer met twee busjes. De wegen zijn redelijk begaanbaar. Onderweg zien we weer heel wat prachtige taferelen. Gelukkig is Vincent een enthousiaste fotograaf, zodat we vaak fotostops maken. Hier in het zuiden zien we telkens reclameborden voor een vierde politieke partij: de Khmer Improvement Party.

Het laatste stuk rijden we over de American Highway, een weg die gesponsord wordt door de USA. We weten niet wat we meemaken: de weg is helemaal glad! Vroeg in de middag komen we aan in bungalowpark Chez Mari Yan. Dara verlaat ons en gaat met de bus terug naar Phnom Penh. Hij gaat er stilletjes vandoor, zodat ik niet eens gelegenheid krijg hem de hand te schudden. Jammer, want ik vond hem een goede gids.

Het bungalowpark ziet er heel sfeervol uit. Het lijkt een klein dorpje met smalle rotsige paadjes en houten hutten. In de hutten zijn douche en toilet aanwezig. Wij krijgen hutje 13. In de kamer staat een schattig bed met een lichtblauwe klamboe en een dekbedovertrek waar lieve woordjes op staan.

We gaan eerst iets drinken met onze buren in het hooggelegen restaurantje met uitzicht op zee. Er lopen honden rond en in een mandje ligt een moederpoes met twee kleintjes. De temperatuur is aangenaam.

Even later breng ik onze vuile was naar de wasserij aan de overkant. Dan volgen we een smal paadje naar de zee toe. Er ligt een klein strandje met heel fijn zand. De zee is mooi helder en lekker lauw. Verderop liggen wat badgasten onder een parasol. Wij huren geen spullen, want we blijven niet lang.

Vincent vertelde dat het een heel eind lopen is naar het centrum van het dorp. Er zijn motorijders genoeg die ons een lift aanbieden, maar wij zijn eigenwijs en gaan tóch lopen. Eerst lopen we de verkeerde kant op. We komen langs allerlei biologische en vegetarische restaurantjes. Allemaal gerund door Westerlingen, zo aan de Engelstalige uithangborden te zien. Daarna vinden we de goede weg. We passeren een pagode en wat werkplaatsen. Het is inderdaad een flink eind lopen, maar niet ondoenlijk. We doen er drie kwartier over. De dorpskern is lang gerekt. Er valt weinig te beleven. Winkeltjes of restaurants zijn er nauwelijks. Bij een supermarktje kopen we wat spullen. O.a. Mekong whisky. Ik ben in de bus verkouden geworden en heb last van mijn keel, dus sla ik ook wat strepsils in.

Wanneer we terug komen, zitten onze buren op de veranda. De buurman is slechts in een handdoek gehuld. Hij voelt zich een echte koloniaal, zegt hij. Om dat gevoel te versterken, geeft Paul hem het flesje whisky. Zelf gaan we koloniaals zitten wezen in het restaurant met een biertje op de voor- en een zonsondergang op de achtergrond.

Langzamerhand druppelt iedereen binnen. Vincent vertelt wat we zoal kunnen doen in onze laatste vakantiedagen. Hij noemt een lijstje van activiteiten op, maar er wordt niet echt enthousiast gereageerd. Tenslotte kiest iedereen er voor om morgen met een bootje naar een eiland te varen en daar te snorkelen, zonnen en picknicken.

We gaan met z'n tweeën eten bij "The Melting Pot", een restaurantje dat gerund wordt door Tanja, een volslagen maffe Nederlandse. Er loopt een hele honden- en poezenmenagerie rond. Eén dikke kater heeft ze uit Nederland meegenomen. Kaiser Wilhelm, heet hij. Ondanks zijn corpulentie springt hij twee meter hoog om een gekko, die op de muur zit, te vangen. Het lukt hem niet.

Vincent loopt in en uit. Hij is met Tanja in onderhandeling over de boothuur, want daar gaat zij ook over. Het arrangement dat hij verzonnen had, kan om diverse redenen niet doorgaan. Maar Tanja biedt een goed alternatief. Ze kan heel enthousiast vertellen en wij luisteren stiekem mee. Vincent gaat de groep op de hoogte stellen. We zitten over drie restaurants verdeeld, dus hij loopt zich rot. Uiteindelijk weet hij zes mensen voor het alternatieve arrangement te ronselen, waaronder Paul en ik. Het arrangement bestaat uit: het huren van een moto + gids. Rijden naar de aanlegsteiger. Moto's achterlaten. Een boottocht door Ream National Park (apen, vogels, dolfijnen). Een wandeling van een uurtje. Bezoek aan een strandje met een zoetwaterbekken. Terug in omgekeerde volgorde.

Na een heerlijke Indiase maaltijd, opgediend door een Australiër van 2 meter hoog, lopen we door de donkere straatjes naar huis.

<-Vorig hoofdstuk: dag 17 Volgend hoofdstuk: dag 19->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional