REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
DAG 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21 en 22
Evaluatie en tips



Wat doe jij tegen agressie en geweld?

Cambodja

Cambodjaans huis

Dag 12: dinsdag 30 oktober 2001

Banlung
Motocross en karaoke


Vandaag is koning Sihanouk jarig. In Phnom Penh zal het ongetwijfeld groot feest zijn. In Banlung is het rustig en gaat het leven van alledag door. We hebben gisteravond een stapeltje was buiten de deur gelegd. Het is flink smerig van alle bagger waar we gisteren door heen zijn gegaan. Vanmorgen kwam de schoonmaakster. Ze wilde met alle geweld Paul z'n onderbroeken meenemen, hoewel die nog helemaal schoon zijn. Na een gesprek in gebarentaal droop ze teleurgesteld af.

Vandaag staat er een motortocht naar een aantal bergdorpjes op het programma. Voordat we vertrekken koop ik bij een klein straatwinkeltje een fles water en aardbeiencakejes. De cakejes worden per stuk verkocht, maar ik gebaar dat ik de hele zak wil kopen. De twee verkoopsters (zo te zien moeder en dochter) stralen. Zo, die zijn binnen voor vandaag!

Gelukkig hebben de meeste groepsleden brommer- of motorervaring, zodat we na een proefrondje meteen kunnen vertrekken. De tocht is ongeveer 36 kilometer. Het eerste deel verloopt goed, hoewel de weg uiteraard vol kuilen en geulen zit. Daarna wordt de weg modderig en de geulen een stuk dieper. Bij de eerste geul met water gaan twee groepsleden onderuit. Verder komt iedereen ongeschonden uit de strijd. Het is lekker koel op de motor, maar ik zit niet echt op m'n gemak. Ik vind die modderige wegen eng. Het landschap is niet echt spectaculair. We rijden voornamelijk door de bossen, zodat we geen weidse uitzichten hebben. Wel vliegen er prachtige vlinders met ons mee. Sommige zijn zo groot als vleermuizen. Ze hebben allerlei subtiele kleuren. In de verte horen we het aanhoudende gefluit van de cicade. Soms duiken vanuit het niets kinderen, koeien, honden of varkens op. Een biggetje rent een heel stuk met ons mee. Onderweg stoppen we regelmatig om iets te drinken en om achterblijvers te laten inlopen.

We brengen een bezoek aan een dorpje van het Kreung-volk. Het dorpje is helaas verlaten, op een magere oude man na. Maar net wanneer we willen vertrekken komen de bewoners toegestroomd. Een oude vrouw laat haar ontstoken vinger aan Vincent zien. Hij haalt zijn EHBO-setje tevoorschijn, doet wat ontsmettingsmiddel en een pleister op de vinger. Annet heeft tandenborstels en zeep meegenomen, maar de Kreung weten niet wat ze daarmee moeten doen. Een oude vrouw snapt het en legt het uit aan de kinderen. Henny deelt pennen uit. Ook dit is onbekend bij de Kreung. Een meisje steekt de pen in haar mond en begint haar tanden ermee te poetsen. De Kreung hebben kennelijk nog maar weinig contact met toeristen gehad!

We gaan weer verder. De weg is af en toe zo slecht dat het lijkt alsof we deelnemers zijn van de Camel Trophy. Door de opspattende modder en het opstuivende stof zien we er niet meer uit. Na enige tijd bezoeken we een tweede dorpje. Een nederzetting eigenlijk, want het is piepklein. Ik deel aardbeiencakejes uit en een paar dames uit de groep geven kinderkleding weg. We worden uitgenodigd om in één van de hutten te komen kijken. In een hangmat ligt een baby'tje te slapen. Verder lopen er drie jochies rond. De twee jongsten had ik op een jaar of vier geschat, maar ze zijn al zes en zeven! Nu is het nog een heel eind rijden naar het volgende dorp.

We rijden het bos uit en komen in een mooi, waterrijk gebied. Het volgende dorp dat we aandoen, is behoorlijk groot. We lunchen bij een eettentje. Ik neem een lekker hartig soepje. Na de lunch verlaten we het dorp. De dorpsjeugd loopt mee om ons uit te zwaaien. We gaan naar de oever van de Mekong, die langs het dorp stroomt. Daar staat een groot, kleurrijk voorlichtingsbord. Met een soort stripverhaal wordt duidelijk gemaakt hoe je bepaalde ziektes kunt voorkomen. In een houten bootje steken we de rivier over. Aan de overkant liggen een Chinees en een Laotiaans dorpje. De mensen hebben zich hier drie generaties geleden gevestigd om economische redenen. De dorpjes zien er welvarend uit. In de omgeving wordt rijst verbouwd en in de dorpen staan grapefruit- en jackfruitbomen. Aan een baby'tje in het Laotiaanse dorpje geef ik een beertje. Hij vindt er niets aan en begint hard te huilen. Nou ja, misschien waardeert hij het wel als hij wat groter is! De kinderen zijn heel bescheiden en slaan ons van een afstandje gade. We delen snoepgoed uit. Ze wachten keurig op hun beurt en pakken niets van elkaar af. Eén snoepje gaat zelfs van mond tot mond: om de beurt even sabbelen!

De terugreis op de moto's verloopt een stuk vlotter, omdat we nu de weg een beetje kennen. Onderweg krijgen we een bui en we zijn al bang dat de weg nu nóg slechter zal worden. Dat valt erg mee. De bui is al snel voorbij en we zijn in een paar minuutjes weer helemaal droog. We vinden dat we het Summum motorcertificaat verdiend hebben!

Tegen half vijf rijden we Banlung binnen. Met een paar mensen besluiten we naar het kratermeer te gaan. Het water is wederom heerlijk. We blijven niet zo lang, want het begint al te schemeren en niet iedereen heeft licht op de moto.

Na een goede poetsbeurt onder de douche gaan we op zoek naar Restaurant Ratanakiri, waarover we gelezen hebben in "Lonely Planet". Het moet in de buurt van het vliegveld liggen. We passeren enkele gebouwtjes met knipperende kerstverlichting. (Iedere zichzelf respecterende eetgelegenheid, kroeg of discotheek heeft namelijk lampjes rond de gevel.) Geen daarvan is echter het Ratanakiri restaurant. We verlaten de bebouwde kom en zien alleen wat eenvoudige paalwoningen. Uit één van de tuinen klinkt keiharde gamelanmuziek. Op het gazon staat een enorme speaker en alle buurtgenoten hebben zich verzameld om te luisteren. In de verte zien we de lichten van de landingsbaan. Die kant moeten we dus op. Maar wanneer we reeds drie kwartier gelopen hebben, komen de lichten nog steeds niet dichterbij. We besluiten om terug te keren. Opnieuw passeren we het huis met de speaker in de tuin. Nu klinkt er een toespraak. Wellicht ter gelegenheid van Sihanouk's verjaardag.

We wandelen het dorp weer in en gaan tenslotte eten bij het restaurant naast het hotel. En kijk, daar zitten ook Jan, Pieter en Jan Luc. Wij schuiven bij hen aan tafel. Pieter heeft sjans met een mooi biermeisje, dat Srei Lèh heet. Srei Lèh heeft het goed bekeken. Ze schenkt niet alleen haar gasten bij, maar zichzelf ook! Bij het proosten zegt ze telkens "Tjiep, tjiep". Verder verloopt het contact wat moeilijk, want ze spreekt geen woord Engels. Ze kijkt haar ogen uit wanneer we onze anti-malariatabletten innemen en denkt minstens dat we aan de drugs zijn! We vragen aan Srei Lèh of ze een leuke nachtclub of discotheek weet. Je zou het niet denken, maar Banlung heeft een bruisend nachtleven! Met handen en voeten en een paar woordjes Engels komen we erachter dat verderop een Karaokeclub zit. Dat lijkt ons wel leuk. Srei Lèh gaat met ons mee.

We gaan een zijstraat van de markt in en komen bij een gebouwtje dat, zoals gebruikelijk, geheel behangen is met kerstverlichting. Srei Lèh opent een deur en wat blijkt? Het is geen Karaokeclub of -bar, maar een kamertje, wat nog het meest weg heeft van een afwerkruimte. We liggen alle vijf in een deuk. Moeten we híer naar binnen? We weten niet wat we ervan moeten denken. In het kamertje staan een grote lederen hoekbank en een tafel met een plastic zeiltje erop. Op de tafel liggen twee microfoons. In een hoek staan een t.v. en de nodige geluidsapparatuur. Nieuwsgierigheid drijft ons tenslotte naar binnen.

Een karaokejuffrouw komt meteen met blikjes bier aanzetten, dus wederom "tjiep tjiep". Er wordt een meezing video gestart en de karaokejuffrouw begint te zingen. Ze heeft een mooie stem. Wij willen best meezingen, maar liedjes in het Khmer zijn een beetje lastig voor ons. Voor ons worden er wat Engelstalige CD's aangevoerd van het type "Alle dertien zeikerig" en zo zitten we even later "Sailing", "Tie a yellow ribbon" en "Evergreen" te kwelen. Geen van de heren is een uitzonderlijk zangtalent. Het gezicht van de karaokejuffrouw spreekt boekdelen en een biermeisje dat net binnen wil komen, gooit snel de deur weer dicht!

We zingen met een paar cd'tjes mee. Daarna wordt er een discovideo gestart. Voor de vorm dansen we twee nummers en dan stappen we op. Het was een bijzondere avond! Vooral de bordeelachtige sfeer die rond het kamertje hing, was heel apart! Ik denk dat de karaokejuffrouw vast en zeker te bewegen was geweest tot andere handelingen dan alleen zingen! Door een uitgestorven Banlung lopen we naar het hotel.

<-Vorig hoofdstuk: dag 11 Volgend hoofdstuk: dag 13->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional