![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Egypte 1992![]() Dag 3: dinsdag 27 oktober 1992Gayer Anderson MuseumAhmed Ibn Tulun moskeeSalah Al-din citadelMohammed Ali moskeeMuskikwartierFishawi koffiehuisEen museum, moskeeën en het MuskikwartierNa het ontbijt lopen we richting Sharia el Gumhurriya. Sven houdt twee personenbusjes aan. Daarmee laten we ons vervoeren. Hoewel Sven de vorige avond had gezegd dat automobilisten nooit worden aangehouden, maken wij een uitzondering op de regel mee. Onze bus moet aan de kant en wordt uitgebreid gecontroleerd. De bestuurder krijgt een boete van 10 pond, omdat hij geen brandblusser bij zich heeft! De andere helft van de groep is ons allang voorbijgereden en staat ontredderd te wachten op de stoep. We lopen door een kleurrijke volkswijk naar een theehuis toe. Onderweg zien we de gekste dingen. Venters met allerhande koopwaar, kippen in rieten kooitjes, mannen en vrouwen met spullen op het hoofd, zwerfkatten, ezels, paardenkarren, kinderen die "hello, hello!" roepen. Op het stoepje van het theehuis laten we alles aan ons voorbijtrekken. We worden gadegeslagen door een kinderschare. Ze zijn een beetje verlegen, maar wel nieuwsgierig. Reisbeer Suus heeft veel bekijks. Door allerlei smalle straatjes komen we bij het Gayer Anderson Museum. Mr. Anderson was een rijke Engelse gentleman die twee oude Egyptische woonhuizen had laten opknappen en er een keur aan kunstobjecten samenbracht. De geschiedenis van het museum is heel interessant. Er heeft een sjeik gehuisd met een bescheiden harem van vier dames: twee dikke en twee dunne. Dat is duidelijk te zien aan de afmeting van de stoelen in de haremkamer. De volslanke dames mochten in de winter bij de sjeik slapen (dat was lekker warm) en de twee dunnetjes in de zomer. De ongehuwde vriend van de sjeik woonde in het buurhuis. De sjeik was gay (volgens Sven) en had een verbinding laten bouwen tussen de twee huizen, zodat hij gemakkelijk langs kon gaan bij zijn lover. We worden rondgeleid door een man die weliswaar Engels spreekt, maar met zo'n heavy accent dat hij nauwelijks verstaanbaar is. Hij vertelt grappig en pikt steeds een "slachtoffer" uit de groep om zijn verhaal te illustreren. Op een gegeven moment zijn we Willy kwijt. De gids heeft haar stiekem in een geheim kamertje gezet en wij mogen zoeken. Het hele huis staat volgepropt met kunst en kitsch uit landen als China, Turkije en India. Ook de Egyptische kunst is vertegenwoordigd in de vorm van een sarcofaag, een beeld van Nefertiti, een beeld van een kat en vele mushrabiya-ramen. Mushrabiya is een bepaald soort houtsnijwerk. Vlakbij het museum staat de moskee van Ahmed Ibn Tulun; de oudste moskee van Cairo. Op blote voeten mogen we het heiligdom betreden. De pilaren van de moskee zijn minutieus bewerkt. Ook hier weer veel mushrabiya. Elk raam heeft een ander patroon. Van de moskee wandelen we naar de Salah Al-din Citadel. Onderweg worden we wederom door kinderen aangeklampt, die baksjies willen, om een pen vragen ("ben, ben!" zeggen ze, want ze kunnen de p niet uitspreken) of alleen gedag zeggen. Eén jochie brengt ons zelfs een serenade. Binnen de muren van de citadel bevinden zich een paleis, een museum en de schitterende moskee van Mohammed Ali. Bij binnenkomst van de moskee vallen meteen de lampjes op. Doch het glas in lood in de koepel van de moskee slaat alles! We gaan met z'n allen op de grond liggen om het plafond te bekijken. Voor velen is het een meditatief moment. Het paleis en het politiemuseum laten we links liggen. Wel genieten we van het uitzicht over de stad, wat vanaf dat punt erg mooi is. We zien ook uit over de woestijn, waar we morgen heen zullen gaan. Om een uur of half één verzamelen we op een terras en gebruiken de lunch. We krijgen broodjes met tzatziki en tahina (sesamzaadpasta). Na de lunch houdt Sven drie taxi's aan en daarmee scheuren we naar het Muskikwartier. Ter plaatse besluiten we de oude stadsmuur te beklimmen. We krijgen tevens een rondleiding door het binnenste van de muur. Een gids gaat ons voor. Het is soms pikdonker, doch de gids is zo vriendelijk ons te waarschuwen wanneer er een trappetje in het verschiet ligt. Bovenop de muur hebben we een uitzicht over de Dodenstad. De mensen wonen er in graftombes. Op de bovenste verdieping van een flatgebouw, dat terzijde van de begraafplaats staat, zien we twee schapen staan! Vervolgens lopen we door het Muskikwartier, waar de bazaar is gevestigd. Het is een gekkenhuis! Mensen, mensen, mensen en soms een toeterende auto of een handkar met een pssst-pssst roepende jongen erachter. Het eerste gedeelte ziet er eenvoudig uit en is waarschijnlijk bedoeld voor de Egyptenaren zelf. Er zijn huishoudelijke artikelen en fruit te koop. Daarna volgt het toeristische gedeelte met souvenirwinkels en juweliers./p> In koffiehuis Fishawi zetten wij ons neer en drinken wat. Fishawi is het oudste koffiehuis van Cairo. Het ziet er bijzonder uit met grote, verweerde spiegels. We worden onmiddellijk belaagd door kooplui met zonnebrillen, portefeuilles en hemden. Een stel kinderen bedelt om "bennen". Sven stelt voor een taxi te nemen naar het hotel, maar wij willen allemaal lopen. Twee groepsleden hebben al een route uitgestippeld. We gaan weer in de massa op en lopen richting hotel. Het is zo druk dat ik eigenlijk niets zie van wat er om ons heen gebeurt. Ik kijk alleen waar ik m'n voeten neerzet en probeer opdringerige verkopers te ontwijken. Echt onveilig voel ik me niet. Toch blijkt Willy's schoudertasje opengesneden te zijn. Er is echter niets ontvreemd. Gewaarschuwd door dit voorval vervolgen we vrolijk onze weg. Even later ontstaat er grote consternatie wanneer een groepsgenote op straat in elkaar zakt. Het ziet er ernstig uit. Meteen staat er een grote groep mensen om haar heen. Een oude Arabier met een hemdjurk aan steekt een bronzen sleutel in haar hand en begint bezweringen te mompelen. Een verkoper van een krantenkiosk houdt nieuwsgierigen op afstand door ze nat te gooien met water. Sven houdt ondertussen een taxi aan. De passagier die er in zit, wordt door de chauffeur gedumpt. Vervolgens wacht de chauffeur rustig af totdat de vrouw weer op de been is. Haar reisgenote, Sven en Janine (die arts is) gaan met haar mee naar het ziekenhuis. De rest van de groep blijft ontredderd achter. Uiteindelijk vervolgen we verslagen onze weg. De uitgestippelde route, blijkt niet helemaal te kloppen. We vragen een paar keer de weg, maar iedereen spreekt elkaar tegen. Met vereende krachten vinden we toch het hotel terug. Even later komen we bij elkaar op het dakterras. Van Janine vernemen we dat de patiënt al een stuk is opgeknapt. Waarschijnlijk was ze getroffen door een epileptische aanval. 's Avonds gaan we Chinezen bij een deftig restaurant. Het klinkt misschien absurd: Chinees in Cairo, maar het Chinese voedsel wordt hygiënischer bereid dan Egyptisch voedsel. Met een lange treinreis voor de boeg, kun je maar beter elk risico op diarree vermijden!
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |