![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Egypte 1992![]() Dag 14: zaterdag 7 november 1992Deir-el-MedinaRamesseumRamosaPapyrusfabriekBrooke's animal hospitalLuxor en weide omgevingOnder leiding van Henk maken we een fietstocht door de Vallei der Nobelen. Het begint al goed: de receptionist had zich verslapen en heeft ons zodoende niet op tijd gewekt. Iets later dan gepland halen we de fietsen op en rijden naar de ferry. Met de pont maken we de oversteek en fietsen naar het ticketkantoor. We nemen kaartjes voor de Tombs of the Nobles, het Ramesseum en Ramosa. Onderweg blijkt Janines band leeg te lopen. Ze vraagt een pompje te leen aan een Egyptenaar, die toevallig zelf zijn band staat op te pompen. Voor de zekerheid rijden we naar de dichtstbijzijnde fietsenverhuurder en huren een andere fiets. Zo belanden we ten slotte in Deir-el-Medina, het voormalige dorp van de handwerkslieden. De arbeiders die zich gewoonlijk bezighielden met de koningsgraven, kregen eens in de zoveel tijd vrij om aan hun eigen tombes te werken. De tombes zijn dan ook met liefde gemaakt. Op de muren zijn veel huiselijke taferelen te zien in levendige kleuren. Het lijkt wel alsof het pas geschilderd is! De tombes zijn klein, maar er is veel aan te zien! Even later rijden we naar het Ramesseum; een tempelcomplex dat werd opgericht voor Ramses II. Zijn tegenstanders hebben het kolossale beeld van Ramses laten exploderen door het eerst te verhitten en daarna af te koelen. De brokstukken liggen her en der verspreid. Voor de tempel staat een onthoofd beeld. Ik weet niet of dat ook opzettelijk is vernietigd of dat de tijd dit heeft bewerkstelligd. Momenteel worden er opgravingen verricht. De werklieden gaan pauzeren en vragen of wij mee willen eten. Heel vriendelijk, maar wij hebben andere plannen. We strijken neer bij restaurant "Ramses" en eten heerlijke salade met feta. Door het dorp Ramosa heen lopen we naar de graftombes der nobelen. In Ramosa staan veel pelgrimshuizen. Op de voorgevel is de reis naar Mekka afgebeeld in primitieve schilderstijl. We bezoeken de tombes van Khaemet, Usheret en Ramosis. Vooral die van Ramosis is heel bijzonder. Er zijn twee stijlen gebruikt: pré-Amarna en Amarna. Dat is te zien aan de manier waarop de overledene werd uitgebeeld. Op de wanden zijn reliëfs van de begrafenisstoet, een groot feestmaal en scènes waarin Ramosis de farao ontmoet. In nissen staan vier beelden van familieleden. Op het terras van een hotel nemen we wat te drinken. Een oude man stopt ons een krantenartikel toe. Het artikel gaat over hem. Hij is de enige levende persoon die de opening van het graf van Tut Ankh Amon heeft meegemaakt. Een plaatselijke beroemdheid, dus! We vinden het leuk hem te ontmoeten en lezen het artikel met belangstelling. Hoewel we geen kaartjes hebben voor de Vallei der Koninginnen nemen we toch een kijkje. Onderweg komen we Jan tegen, die aan het wandelen is. Aan de Vallei is weinig te zien, dus keren wij al snel terug. Janine, Paul en ik stappen af bij een papyrusfabriek. Een man laat zien hoe papyrus gemaakt wordt. Daarna gaan we de winkel (die in hetzelfde pand zit) binnen en kopen wat papyrusrollen. We krijgen er een certificaat van echtheid bij. Met de pont steken we over. We brengen de fietsen terug en gaan op het dakterras van het hotel zitten. Ik spreek met Myrjam af dat we naar het Brooke's animal hospital gaan. We vertrekken meteen, doch het ziekenhuis blijkt tot vier uur gesloten te zijn. Later proberen we het nogmaals. Nu hebben we meer succes. De dokter is jammer genoeg net weggeroepen. Zijn assistent probeert in gebrekkig Engels uitleg te geven. In de stallen staan wat paarden en ezels. We krijgen de behandelkamer te zien, die goed voorzien is. Ik maak wat foto's en we tekenen het gastenboek. De Brooke's Foundation verricht goed werk. In Egypte wordt nog veel gebruik gemaakt van paarden en ezels voor het zware werk. Brooke's houdt een oogje in het zeil en wijst eigenaren erop hun dieren goed te behandelen. Wanneer een dier opgenomen moet worden in het ziekenhuis, krijgt de eigenaar een vergoeding, vanwege het gederfde loon. We hebben allebei trek in zoetigheid, dus we gaan op zoek naar de banketbakker. Eerst lopen we verkeerd, maar Myrjam weet de juiste weg te vinden. We nemen allebei een gebakje, wat we ter plekke opeten, en kopen nog wat lekkers voor later. Aan de overkant van de straat zit Safari, een uitermate Westerse kledingzaak. Uit nieuwsgierigheid gaan we het zaakje binnen. Ik koop er twee bedrukte T-shirts met taferelen uit "Kuifje". De verkoper vraagt wat we van Egypte vinden. Hij is van mening dat het de taak van het volk is om het toeristen naar hun zin te maken. Dus als er iets te verbeteren valt, moeten we dat maar aan hem doorgeven! Oorspronkelijk komt hij uit Cairo en hij vindt de mensen daar veel vriendelijker. "Hier in Luxor dóen ze wel aardig, maar ze zijn achterbaks," zegt hij. Myrjam gaat op jacht naar lotusparfum en een mooi parfumflesje en ik ga mee voor de gezelligheid. Tenslotte vindt ze beide bij een winkel in Karnak Temple Street. Na enig slijmwerk bij de verkoper, kan ze alles voordelig krijgen. De verkoper wil echter wel een kusje hebben, maar daar gaat Myrjam niet op in! Ik koop postpapier met een leuke opdruk. Op het dakterras vertellen we onze bevindingen en laten de aankopen zien. Paul was met een stel anderen naar de Nijl gelopen om de zonsondergang te fotograferen. Later eten we met Myrjam en Sven bij een eenvoudig tentje. We krijgen drie gangen tegelijk geserveerd (hetgeen gebruikelijk is). Het past niet eens op tafel, zodat we op een gegeven moment allemaal met bordjes in ons handen zitten. Na het eten lopen we met Sven naar het postkantoor om te gaan bellen. We kopen een telefoonkaart en mogen een cel in gebruik nemen. De kaart werkt fantastisch. We krijgen meteen verbinding.
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |