![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Egypte 1992![]() Dag 7: zaterdag 31 oktober 1992ElephantineArcheologisch museumNubisch dorpSt. Simeon kloosterJalla, jalla!We gaan aan boord van een feluka (zeilbootje) en zeilen naar Elephantine, een rotsachtig eiland in de Nijl. Het eiland heeft zijn naam aan de vorm van de rotsen te danken, die wel wat weg hebben van een olifantskop. Maar dan moet je veel fantasie hebben. We nemen een kijkje bij een archeologische opgraving. Een aantal mannen staat in de grond te spitten. Om de kuil heen ligt het restmateriaal, dat nonchalant is weggeworpen. Daar zitten best aardige dingen tussen, zoals oren van kruiken, beenderen, stukjes ivoor en mummiewindsels. Later zien we in een klein museum wat wél interessant genoeg werd bevonden. Vele gebruiksvoorwerpen, zoals ivoren kammen, kralen, vazen en kruiken zijn ongeschonden aan de oppervlakte gekomen. Alsmede vier mummies en een gemummificeerde ram. Ook is er een schedel te zien, waarop een chirurgische ingreep was gepleegd. De patiënt had het overleefd, want het gat in de schedel was keurig dichtgegroeid. Na het museumbezoek lopen we door een Nubisch dorpje. De dorpsjeugd komt aanrennen en vraagt om "bennen" en "bonbonni". Thil heeft een zak spekkies meegenomen. Dat is een groot succes. Het is een welvarend dorp. De huisjes hebben mooie deuren (met sloten!) en zien er keurig uit. Op sommige huizen is de bedevaart naar Mekka geschilderd. Iedereen heeft wel een televisie en/of een koelkast. Op straat lopen kippen, geiten en schapen rond. We komen bij een schooltje en worden door de hoofdonderwijzer uitgenodigd een kijkje te nemen. De kinderen begroeten ons met een driewerf "welcome". Spontaan, hoor! Daarna mogen ze een staaltje van hun kennis der Engelse taal laten horen. Ze verdringen elkaar om het goede antwoord te mogen geven. Er zitten meer meisjes dan jongens op school. Het scheikundelokaal is hopeloos verouderd. Er kan slechts één proefje worden uitgevoerd. Ik begrijp niet waarom er überhaupt scheikundeles gegeven wordt. De kinderen hebben veel meer aan rekenen, taal en Engels. En dan góed Engels, want zoals de hoofdonderwijzer het spreekt, is er geen woord van te verstaan. In de bibliotheek is het eveneens armoetroef. Ik krijg meteen de neiging het schooltje financieel te adopteren! We verlaten het dorp en zeilen met de feluka naar de overkant van de Nijl. We komen aan in de Sahara. Na een wandeling van 10 minuten in de snikhitte belanden we bij de overblijfselen van het St. Simeon klooster, een Koptische nederzetting uit de zesde eeuw. Het is er heerlijk koel. Onze gids, een kwiek oud mannetje, vertelt alles zeer plastisch. Terwijl hij ons voor gaat, zingt hij "Jalla-jalla, jalla-jalla", hetgeen "Vooruit, vooruit" betekent. Het klooster was van alle gemakken voorzien. Een keuken met oven, een badkamer, een w.c., stallen voor de kamelen ("The Camel Garage", zoals onze gids het noemt), slaapkamers met uit steen gehouwen bedden en een gebedsruimte. St. Simeon bond altijd zijn haar met een touw aan het plafond wanneer hij ging bidden. Als hij in slaap dreigde te vallen, hield het touw hem overeind. De gids doet het allemaal voor. De tocht terug door de woestijn valt mee. We beginnen al aan de hitte te wennen. Met de boot gaan we een stukje stroomopwaarts. Opeens worden we aangehouden door de Nijlpolitie. Alles is in orde, dus we mogen doorgaan. Omdat het windstil is, helpen Jan, Thilda, Willy, Wim en Sven met roeien. Jan heeft zijn galabeya weer aan. 't Is net een echte Arabier. Hij heeft zich echter niet gerealiseerd dat de stof nogal doorzichtig is! Op de Westbank eten we bij een eenvoudig eethuis met de naam "Surprise". Er staat een lunchbuffet voor ons klaar, bestaand uit bonen, rijst, vis en gemengde salade. We liggen echt áán aan het banket, op lange rustbanken. Na de maaltijd is iedereen duf. De meesten besluiten om de Graven der Nobelen over te slaan. Slechts twee groepsleden zijn fanatiek genoeg. De rest gaat met de feluka naar de overkant. 's Avonds eten we met z'n tweëen bij "Mona Lisa". Tegen negenen keren we terug in het hotel. We komen een afvaardiging van de groep tegen, die naar een Nubische dansvoorstelling gaat. Het lijkt mij leuk, doch we worden morgen om half 4 gewekt om naar Abu Simbel te gaan. Ik ga liever vroeg naar bed. We zitten nog een tijd op het balkon en kijken naar de drukte van de bazaar onder ons, terwijl we limoentjes uitknijpen. We hebben geen van beiden een zakmes bij ons, dus knippen we de limoenen open met het schaartje van mijn naaigarnituur. Het sap lengen we aan met bronwater. Dat is lekker tegen de dorst en goed tegen scheurbuik!
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |