REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21
Dag 22
Evaluatie en tips Foto's



Madagaskar en Mauritius 2006

Lemur Forrest Camp

Dag 9: donderdag 19 oktober 2006

Wandeling door Ialatsala National Park
Muislemuren observeren

Lemur "Bootcamp"



Bijna iedereen is verkouden. Het virus trekt van achter naar voren door de bus. Kees heeft gehoord dat er griep heerst in Tana. Misschien hebben we daar een staartje van meegekregen. Het kan ook een bijwerking van malarone zijn, maar ik neem niet het risico om daarmee te stoppen.

We hebben niet zo'n lange rit vandaag. Onderweg stoppen we om pokpok te kopen. Pokpok wordt in Nederland Kaapse kruisbes of lampionvrucht genoemd. Het wordt in restaurants vaak als decoratie gebruikt. Het omhulsel ziet eruit als een lampionnetje met middenin een gele bes. De bes smaakt friszuur. Het zakje pokpok gaat de hele bus door. Iedereen vindt het lekker.

Bij een andere stopplaats zijn pinda's en honing te koop. De honing gaat per liter of halve liter. Dat vinden we een beetje teveel van het goed. Kees koopt een zakje pinda's en deelt ze rond. Ze zijn heerlijk vers.

Uiteindelijk komen we aan bij het Lemur Forrest Camp, een afgelegen plek aan de rand van het Ialatsara National Park. Er bestond verwarring over het type onderkomen. Er was sprake van een bungalow of een tent. Voor de zekerheid hebben we onze slaapzak in de handbagage gestopt. De rest van de bagage blijft achter in de afgesloten bus.

Wanneer ik het kamp betreed, voel ik me meteen thuis, want ik zie allerlei beestjes. Honden, katten, ganzen, kippen: het lijkt wel een kinderboerderij!

De accommodatie is moeilijk te omschrijven. Op een houten plateau op palen staat een volledig ingerichte tent met een tweepersoonsbed erin en een veranda ervoor. De slaapzak is dus niet nodig.

Het sanitair is eenvoudig: een emmer koud en een emmer heet water om je te wassen en een w.c.-pot, die je moet doorspoelen met een kannetje water. Dit alles gevestigd in een houten hokje, vlak bij onze "tent", gelukkig!

In de namiddag staat er een wandeling op het programma. We gaan het eucalyptusbos in op zoek naar lemuren o.l.v. Daniël en twee Franse stagiairs. Bij de ingang van het park treffen we meteen al een lemurenfamilie aan. Dat is niet verbazingwekkend. De lemuren dragen een halsband met een zender en worden opgespoord door een jongen met een antenne, die achter ons aan sjokt. Ik vind het een beetje nep. Niettemin: het zijn prachtige beestjes en ze zitten vlakbij. Het is een familiegroepje Milne Edwards Sifaka's, bestaand uit twee volwassenen en een kleintje. Ze zijn zwart/wit met oranje oogjes.

Daniël wijst ons ook op een paar kameleons, een paar termietenheuvels en bepaalde planten. De wandeling wordt steeds langer. Het pad is goed begaanbaar, maar loopt nogal steil omhoog. Op een vlakker stuk ontdekken we een paar bijzondere vogels, o.a. een roofvogel die in een boom zijn prooi oppeuzelt. Paul spot een paar mooie orchideeën.

Om vijf uur zijn we terug in het kamp. We nemen een vlugge douche, door lauw water over ons heen te gooien. Daarna speel ik wat met de honden. Ze zijn behoorlijk groot, maar heel lief.

Om kwart over vijf gaan we muislemuren spotten, met de Franse beheerster van het kamp. Daniël is haar echtgenoot. Ze is nogal een kenau, hebben we gemerkt. Zoals ze haar personeel behandelt, zou het hier beter Lemur Bootcamp kunnen heten!

Om de muislemuren te lokken, smeert madame bananenprut tegen een paar bomen. En nu maar afwachten. Na een kwartiertje verschijnt het eerste schuwe beestje. Het ziet er schattig uit, maar vlucht snel weg voor de flitslichten van diverse camera's. Zo gaat het een aantal keer. Ik word er een beetje moedeloos van. Kunnen de fotografen zich niet even inhouden en eerst rustig kijken voordat ze flitsen? Dan blijft het beestje misschien wat langer zitten. Het gaat erom dat je het beestje ziet, niet dat je hem op de foto hebt!

Om die reden blijf ik achter met Math, wanneer de anderen terug gaan naar het kamp. We staan doodstil in het donker. Math richt zijn zaklamp naar beneden. Aandachtig luisteren we of we takken horen kraken. Ja, daar komt een beestje aan! We richten een zwakke lichtstraal op hem en kunnen een paar minuten naar hem kijken.

"Wat een lange staart heeft hij, hè?" fluistert Math en dan vlucht het beestje het gebladerte in. Jammer, maar ik heb hem nu wat langer kunnen zien. Ik vind het welletjes en loop met behulp van de zaklamp terug naar het kamp. Ik wil eigenlijk naar de tent, maar die kan ik niet meteen vinden. Daarom loop ik de kantine binnen. Daar zit iedereen, tot mijn verbazing, al aan tafel. Is het al zó laat? Paul is er niet en Kees vergezelt mij naar de tent om te kijken of hij daar is. Inderdaad: hij was in slaap gevallen. Gedrieën lopen we terug naar de kantine.

We krijgen bonensoep, een soort haché en wortelcake. Madame staat in de keuken. Hoewel ze een stug mens is, heb ik toch bewondering voor haar. Ga er maar eens aanstaan om zonder stromend water en elektriciteit een lemurenkamp te runnen, ver weg van je vaderland. Ik zou het niet kunnen!


<-Vorig hoofdstuk: dag 8 Volgend hoofdstuk: dag 10->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional