![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Madagaskar en Mauritius 2006![]() Dag 10: vrijdag 20 oktober 2006Wandeling en bezoek aan illegale stokerijLunch met zang en dansRanomafanaEen Fant-astische rondleidingKees heeft aan madame gevraagd of de honden aan de ketting mogen, omdat veel mensen bang voor ze zijn, maar daar heeft ze geen gehoor aan gegeven. Ze is niet echt klantvriendelijk. Bovendien krijgt hij het met haar aan de stok bij het afrekenen. Ze rekent bovenmatige prijzen voor het eten en de gidsen. Vier maal zo hoog als de prijzen die met Djoser zijn afgesproken. "De andere reisleiders deden daar nooit moeilijk over," houdt ze vol. Kees weet er wat vanaf te praten, maar het is een heel gedoe. Op een gegeven moment geeft hij madame zelfs een "corrigerende tik" op haar vingers, wanneer ze een stapeltje geld wil pakken! Terwijl dit drama zich voltrekt, neem ik afscheid van alle beestjes. De katten krijgen een aai en ik maak foto's van de ganzen, kippen en geiten (ja, die hebben ze hier ook!). De honden zie ik helaas niet. Kees heeft een leuk uitstapje geregeld in het volgende dorp: een bezoek aan een illegale rumstokerij, onder leiding van Fant. Fant blijkt een gedreven man te zijn, die ons graag iets vertelt over de gewoonten van de plaatselijke bevolking. Langs rijstvelden en door een bos wandelen we naar de "stokerij", die bestaat uit een vat, een houten trog en wat leidingen van roestig metaal. We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat je daar rum mee kunt maken! Het suikerriet wat nodig is voor het proces wordt in kleine hoeveelheden gekweekt, zodat het niet teveel opvalt voor de politie. De politie knijpt overigens graag een oogje dicht, in ruil voor een paar flessen rum! Omdat de mannen weinig verstrooiing hebben, zijn hun voornaamste bezigheden: rum drinken en baby's maken, vertelt Fant meewarig. Maar er gebeuren ook goede dingen in het dorp. Zo is een aantal vrijwilligers bezig met het bouwen van een school. We nemen een kijkje. De muren worden gemaakt van rode leem. Verderop staan drie schooltjes die al af zijn. De kinderen vinden het geweldig dat er "vahaza" langskomen. Kees, Betty en ik geven een "gastcollege" door "Ik zag twee beren broodjes smeren" voor de klas te zingen. Daarna zingen we met z'n allen "Frère Jacques." Kees probeert de klas in canon te laten zingen, maar dat lukt niet. Verderop staat een schooltje, waar de oudere kinderen les krijgen. Jeroen "jaagt" ze op met zijn videocamera. De kinderen maken er een spelletje van door gillend en joelend voor hem weg te vluchten. Ik denk dat het nog lang onrustig blijft in het klaslokaal! We lopen door en komen aan bij wat eenvoudige huisjes. Fant vraagt aan een familie of we een kijkje mogen nemen. In een kamertje van vier bij drie slapen 's nachts twaalf kinderen! Er staat één bed, wat gebruikt wordt als er iemand ziek is. Vader en moeder slapen boven. Vader is 58, maar ziet er uit als 80. Moeder loopt met een klein kindje op haar arm. Ze zal dus hooguit in de veertig zijn. Ze heeft een gigantische struma-krop. Dat is een ziekte die hier veel voorkomt, vanwege jodiumgebrek. Het probleem is dat men liever naar de shaman (=medicijnman) dan naar de dokter gaat, met alle gevolgen van dien. Een ander probleem is de overbevolking. Het gemiddeld aantal kinderen is twaalf, volgens Fant. Tussen de regels door merken we dat hij een voorstander van geboortebeperking is. Meisjes krijgen op hun dertiende vaak al hun eerste kind. Daarom laat Fant zijn twee puberzusjes bij hem in zijn restaurant werken, dan zijn ze zelfstandig en beginnen ze misschien minder vroeg aan kinderen. Gelukkig zijn de Malagasy vrij openhartig wat seksualiteit betreft. Op markten en in de kerk wordt voorlichting gegeven om Aids en andere geslachtsziekten te voorkomen. We zien ook regelmatig borden langs de kant van de weg die waarschuwen tegen Aids en condooms zijn overal te koop. We krijgen nog een varkenshouderij te zien, waar een zeug aan het biggen is, en dan leidt Fant ons naar zijn restaurant. Fant is een invloedrijk man in dit dorp: naast toeristen rondleiden en zijn eigen restaurant runnen, zamelt hij geld in voor diverse goede doelen. Het is echt iemand met een missie. Hij komt zelf overigens uit Tana. Er staat o.a. zeeboesaté, ravitoto en vers fruit op het menu. Behalve voedsel krijgen we ook een zang- en dansshow voorgeschoteld. De zang- en dansgroep bestaat uit zo'n tien kleurig aangeklede dames en een groepje (voornamelijk mannelijke) muzikanten. De danspassen zijn eenvoudig. Twee oude mannetjes, die traditionele liederen zingen, zorgen voor een rustpunt. Ze begeleiden zichzelf op snaarinstrumenten. Daarna wordt er weer gezongen en gedanst door de grote groep. We worden uitgenodigd om mee te doen. Ik krijg een klein, mollig meisje met slechte tanden tegenover mij en probeer zo goed mogelijk haar bewegingen na te doen. We eindigen met een boog waar iedereen onderdoor loopt. "Heb je een cadeautje voor mij?" vraagt mijn danspartner bescheiden. Helaas, ik heb niks bij me. Voordat we de bus in gaan, mogen we rum proeven die gemaakt is in de illegale stokerij. Het smaakt lang niet slecht. We nemen afscheid van Fant en vertrekken richting Ranomafana. Onderweg stoppen we bij een waterval die over indrukwekkende, zwarte rotsblokken dendert. Hier in de buurt zouden bijzondere kikkers zitten. Aan de overkant van de weg loopt een geul met water. We horen de kikkers kwaken, maar we zien ze niet. Natuurlijk is Math de eerste die een kikker spot. Nu weten we waar we op moeten letten en we zien er al snel nog een paar. Ze zijn lichtgeel. Ik zie een slangetje. Math pakt hem met blote handen vast. Dat zou ik toch niet durven! Rond de geul groeien orchideeën, waarvan de meeste nog niet in bloei zijn. In de namiddag komen we aan in Ranomafana, dat in het gelijknamige Nationale Park ligt. Om bij onze bungalow te komen, moeten we een steile trap beklimmen met onergonomische treden. Het uitzicht dat we hebben maakt veel goed. We kijken tegen de groene bergen van het regenwoud aan. Vlak voor onze bungalow staat bovendien een waaierpalm, een boomsoort die ik erg mooi vind. Beneden op straat spelen zich wonderlijke taferelen af. Twee jongens laten een varken uit aan een touwtje. Regelmatig suist er een zeepkist naar beneden met goederen erop en een jongen om het geheel een beetje in bedwang te houden. Even later hijst de jongen de lege kar weer bergopwaarts. De bagage wordt bovengebracht. Het duurt nogal lang voordat Paul zijn rugzak krijgt, daarom gaat hij hem zelf maar halen. We zijn een beetje wantrouwig geworden wat bagage betreft! In de verte staat een stuk bos in de fik, om houtskool en landbouwgrond te verkrijgen. Het is een treurig gezicht. Het Nationale Park is uiteraard beschermd gebied, maar vlak in de buurt wordt dus vrolijk ontbost. 's Avonds eten we in het restaurant van het hotel. Ik voel me grieperig en heb niet veel trek.
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |