![]() |
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |
Inhoudsopgave
|
Madagaskar en Mauritius 2006![]() Dag 21: dinsdag 31 oktober 2006Grand BaiePort St. Louis-ParijsDe laatste etappeDit wordt mijn laatste ontbijt met kokos als toetje, denk ik weemoedig wanneer ik aan het buffet sta. Na het ontbijt pakken we onze rugzakken in. Ik stel een dagrugzakje samen met alle dingen die ik vandaag nodig denk te hebben. Alle bagage kan opgeslagen worden in kamer 103. Het kamermeisje komt langs met een enquêteformulier. Ze drukt ons op het hart om bij het gedeelte over schoonmaak het hokje "zeer goed" aan te kruisen. Nou, daar hoeven we niet voor te liegen. Het is hier brandschoon! Willy en Monique gaan vandaag met de bus naar Grand Baie. Ik ga vragen of we bij hen aan mogen sluiten, want ik heb geen zin om de hele dag te niksen. We vertrekken pas om zeven uur 's avonds! De beide dames zitten op het balkon van hun appartement en vinden het geen bezwaar dat we meegaan. De bushalte ligt vlakbij het hotel. Hij wordt niet aangegeven met een bord; er staat alleen een houten bankje. We zitten net twee minuten op het bankje of de bus verschijnt. Het systeem is Brits: je gaat zitten en even later komt de kaartjesverkoper langs. Een kaartje kost 28 cent. Met een noodgang rijden we langs de kust, door Peyrebère heen. De kaartjesverkoper geeft ons een seintje waar we eruit moeten. Grand Baie blijkt een mondaine kustplaatsje te zijn. Staand op een vluchtheuvel laten we de sfeer op ons inwerken en kijken om ons heen. Een verkoper met een mand vol rode vruchtjes spreekt ons aan. Of we willen proeven. Ik ben de opdringerige handelaren een beetje zat na drie weken en mijn standaard antwoord is "nee". Paul is echter nieuwsgierig en koopt een bekertje vruchtjes. Het blijken bosaardbeitjes te zijn. We slenteren over straat langs allerlei souvenirshops en negeren verkopers die ons hun winkel willen binnen lokken. Bij één van de winkeltjes in een zijstraat van de boulevard koop ik een koelkastmagneet. Deze is voor mezelf. Er staan vissen op af gebeeld die ik gisteren gezien heb. Dan valt mijn oog op een bord met de vermelding "Bazar artisant", terwijl ik meestal niet zo opmerkzaam ben! We lopen de aangegeven weg op en komen in een mini-Beverwijk terecht. Op het voorplein staan drie gigantische Boeddha's. Daarachter liggen de overdekte marktkraampjes, waar vooral kleding en souvenirs worden verkocht. We worden weer aan alle kanten aangeklampt. Het begint met "bonjour"(hoewel Mauritius tot 1960 een Britse kolonie is geweest, is Frans toch de voertaal), direct gevolgd door "kijk eens, madame, wat een mooie sjaal." Achter de kraampjes ontdekken we een treurig dierentuintje. Schildpadden en kippen zitten in afschuwelijke kooitjes van gaas en beton. Tot onze afschuw zit er ook een aapje in één van de kooien. We zijn er alle vier verontwaardigd over. Hij ziet er goed uit, maar hij heeft een treurige uitdrukking op zijn gezichtje. Het is dieronwaardig dat hij in zo'n krappe kooi zit, zonder enige vorm van afleiding. De kooi is hermetisch afgesloten, zodat we vermoeden dat hij nooit vrijgelaten wordt. Paul maakt foto's, met het idee ze naar stichting AAP of een andere belangenorganisatie voor dieren te mailen. Hier moet iets aan gebeuren! We proberen het verder van ons af te zetten en gaan door met ons rondje over de markt. Bij een sapbar nemen we iets te drinken. We praten met elkaar over eerdere reizen en onze ervaringen met diverse reisorganisaties. Daarna lopen we terug door het zijstraatje. We zien een krottig schuurtje met een oude vrouw ernaast. Ook op Mauritius is armoede. Het is alleen wat beter "verborgen". We steken de boulevard over en lopen verder op een pad langs de zee. Op een paaltje in het water staan een paar Hindoe heiligenbeeldjes. Er loopt een pad van autobanden naartoe, zodat je geen natte voeten hoeft te krijgen. Ik ga een kijkje nemen. De beeldjes zijn volkomen verweerd. Over verweerd gesproken: verderop liggen twee compleet laveloze zwervers in een innige omhelzing. Ze zijn wat tegen elkaar aan het brallen. Het strandpad wordt onbegaanbaar en we zetten onze weg voort langs de boulevard. We zijn op zoek naar een Tamil tempel. Opeens zien we hem in alle pracht en praal liggen: het is een fantastisch bouwwerk, vol kleurrijke gipsen figuren. Dat zie je niet makkelijk over het hoofd. Op het tempelterrein is het heerlijk rustig. Een vriendelijke mevrouw verzoekt ons onze schoenen uit te trekken. Daarna mogen we op ons gemak de tempel bekijken. Ik vergaap me aan de grote hoeveelheid beelden. Bij de ingang staat een rijtje lichtblauwe olifanten met indrukwekkende erectie. Binnen zijn langs de wanden taferelen met mensenfiguren te zien. Achterin staan twee exact dezelfde beelden van een heldhaftige krijger. Alles is in levendige, felle kleuren geschilderd. Rondom de tempel zitten nissen in de muren, waar heiligenbeelden in staan. Ik meen shiva en ganesh te herkennen, maar ik weet niet of de Tamils hun ook als goden erkennen. Naast de tempel staat een verwaarloosd schoolgebouwtje en verderop staat een kleiner tempeltje. Daarin staan kleine beeldjes van mensenfiguren met stukjes stof erom heen gewikkeld. Op het plafond staan in Tamiltekens woorden geschreven met de Engelse vertaling eronder. Naast het mini-tempeltje staat een knalgele aanhangwagen met een shiva-figuur en een pauw er op geschilderd. Het is één en al kleur en kitsch. We halen onze schoenen op, geven de tempelbewaakster een donatie en verlaten het terrein. Aan de overkant zit een Indiaas eettentje, waar we lunchen. De baas van de zaak blijkt een voetballiefhebber te zijn. Hij kent de namen van een aantal Nederlandse spelers: Van Nistelrooy, Kuijt, Van Basten. Er is vanavond een belangrijke match op t.v., vertelt hij. We moeten beslist kijken, vanavond om zeven uur op kanaal drie. De bus stopt hier vlak voor de deur, maar we besluiten een stukje terug te lopen en verderop op te stappen. We komen terecht bij een stenen abri, die prettig in de schaduw staat. Een paar minuten later verschijnt de bus. We vliegen weer met een noodgang over de weg. Vlakbij ons resort stappen we uit. Op het strand is een huwelijksvoltrekking aan de gang. We kennen het bruidspaar: ze logeren in hetzelfde resort. Er zijn geen gasten bij de plechtigheid. Alleen de bruid en bruidegom, een fotograaf, een ceremoniemeester en een groepje musici. De bruidegom ziet ons en zwaait. Op het terras van het hotel staat een mooi opgetuigde tafel klaar, zien we even later. We nemen een drankje aan de bar met Willy en Monique. De anderen druppelen zo zoetjes aan binnen. Ik trek nog een paar baantje in het zwembad en kleed me om in het toilet. Mijn natte handdoek en zwemkleding stop ik in een plastic tasje. In kamer 103 deel ik mijn bagage opnieuw in. De kwetsbare spullen, een boek voor onderweg en mijn kladblok met het vakantieverslag doe ik in m'n handbagage. De spullen die ik nu in m'n kleine rugzakje heb, verplaats ik naar mijn grote rugzak. Wonder boven wonder past alles erin. Zelfs mijn winterjas! Dat komt omdat ik vanmorgen een heleboel overbodige spullen gedumpt heb. Om zeven uur rijden er twee transferbussen voor. Er is maar één kruier, dus steken we allemaal de handen uit de mouwen om de bagage naar binnen te hijsen. In een uurtje tijd rijden we naar het vliegveld. In het begin kijk ik oplettend uit het raam, hoewel het al donker is. Maar na verloop van tijd dommel ik weg. Op het vliegveld staat Henk ons op te wachten. Hij heeft het naar zijn zin gehad op Rodriguez. Nadat we van de rugzakken verlost zijn, maken we de laatste rupees op aan drank, souvenirs en een broodje. We praten met een paar mensen en wisselen emailadressen uit. Op de luchthaven ruikt het heel indringend naar verdelgingsmiddel. Ook in het vliegtuig wordt weer volop gespoten. We vliegen wederom met de Pink Pigeon. Het is een uur of tien wanneer we opstijgen. Ik lees en schrijf wat. We krijgen afleiding in de vorm van eten, filmpjes en muziek. Rondom ons zit een Indiase familie, die bestaat uit vijf jongens, één meisje en hun moeder. Ze zijn blijkbaar gewend aan het vliegen van lange afstanden, want ze houden zichzelf prima bezig. Alleen het meisje, de jongste van het stel, heeft de neiging te dreinen. Ik slaap met tussenposes. We hebben drie stoelen voor ons samen, zodat we ruim kunnen zitten. Op de route-informatie zie ik dat we vrijwel dezelfde weg volgen als op de heenreis. Om half acht 's morgens landen we in Parijs. Hier moeten we vijf uur zien door te brengen.
|
Home | Reizen | Contact | Site Map | Zoeken |