REISAFFICHE

Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Inhoudsopgave
Inleiding
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
Dag 6
Dag 7
Dag 8
Dag 9
Dag 10
Dag 11
Dag 12
Dag 13
Dag 14
Dag 15
Dag 16
Dag 17
Dag 18
Dag 19
Dag 20
Dag 21
Dag 22
Evaluatie en tips Foto's



Madagaskar en Mauritius 2006

Markt, Ranomafana

Dag 11: zaterdag 21 oktober 2006

Wandeling door Ranomafana National Park
Wandeling door Ranomafana dorp

Met de softies door het regenwoud



Ik had koorts vannacht en was heel onrustig. 's Morgens weet ik nog niet of ik meega met de wandeltocht door het nationale park. Eerst maar eens een paracetamol slikken, flink warm douchen en wat eten. Na al deze handelingen voel ik me al een stuk beter. Ik besluit om mee te gaan, hoewel het me ook niet verkeerd lijkt om me in het hotel te laten vertroetelen door een leuke Merina-meneer!

In de bus reist er al één gids met ons mee, met de fraaie naam Rodin. Hij spreekt redelijk goed Engels. Er is een lichte wandeling voor de "soft group" en een zware voor de "strong group", legt hij uit. De zware tocht duurt ongeveer vier uur en leidt naar een waterval. De lichte duurt twee uur en komt langs een uitzichtspunt. Beide wandelingen bieden genoeg kans om lemuren te zien.

Er zijn meer mensen die zich niet zo lekker voelen. Vandaar dat veel mensen zich aansluiten bij de "soft" groep. De "softies" krijgen Rodin mee als gids.

In dit park wordt ook gebruik gemaakt van "lemurendrijvers", maar deze zijn wat discreter en lopen niet achter ons aan met een antenne. Af en toe roept Rodin iets en vanuit de verte klinkt er dan antwoord. Iets in de geest van: "De bamboelemuren zitten op pad drie in boom zes t/m tien!"

Kees heeft iedereen gewaarschuwd voor bloedzuigers, muggen en teken, dus iedereen loopt dik ingepakt door het woud: lange mouwen, broekspijpen in de sokken gestopt, sjaals om. Het eerste stuk van het pad is betegeld, daarna gaat het over in natuurlijk materiaal. Het is klam en vochtig. Daardoor is de ondergrond glibberig. We moeten goed kijken waar we onze voeten zetten.

De eerste soort lemuren die we zien, is de Red Fronted Brown lemuur. Het is een groepje van drie: twee volwassenen en een jonkie. Ze zitten heel hoog in de boomtop. Ik doe geen moeite ze te fotograferen, want voor mijn camera zitten ze veel te ver weg. Het jonkie is aan het springen. Hij is er nog niet zo handig in en hangt regelmatig ondersteboven in de takken. We zijn overigens lang niet de enigen in het Grote Bos, want we komen telkens een Belgische en een Duitse groep tegen.

We trekken verder en we horen Rodin weer iets tegen zijn collega roepen. Er zijn vast lemuren in de buurt! En ja hoor: even later zien we ze heel dicht bij! Het is een grote groep Red Bellied lemuren. Ze doen zich tegoed aan vijgen. Het zijn schattige beestjes met wollige, grijs/bruine vachtjes. Ze zijn niet zo groot, ongeveer ter grootte van een kat. Ondanks de naam hebben sommige een witte buik. Misschien heeft dat met het geslacht of de leeftijd te maken.

Terwijl we weer verder trekken, vertelt Rodin iets over lemuurgewoonten. Merkwaardig genoeg hebben lemuren een voorkeur voor giftige planten. Ze eten o.a. bamboe, wat cyanide bevat. Waarom het gif geen uitwerking op hen heeft, wordt nog onderzocht. Waarschijnlijk hebben ze een zeer bijzonder darmstelsel.

Rodin doet erg zijn best. We zien een heleboel zeldzame soorten, zoals de Broadnosed Bamboo lemuur, de Ruffed lemuur (een zwart/witte soort met geinige kwastjes aan de oren) en de Milne Edwards Sifaka. Ze zijn allemaal goed te zien, maar moeilijk te fotograferen, vanwege de afstand en de bladeren die het zicht beperken. De groepjes die we zien bestaan meestal uit twee volwassenen en een baby. De baby wordt door moeder op de buik gedragen.

Naast lemuren zien we ook bijzondere vogels, zoals de Sunbird, de Paradise Flycatcher en de Blue Vanga. We komen onderweg de "strong" groep een paar keer tegen. Ze hebben lang niet zoveel gezien als wij! Bij een open plek staat Rodin stil en fluit. Opeens verschijnt er een roodbruin, fret-achtig beestje met een lange staart uit de struiken. Het is een ringstaart mangoest. Verderop ligt het uitzichtspunt. Ook daar komt de mangoest buurten. Hij wordt kennelijk weleens gevoerd door toeristen, want hij is helemaal aan mensen gewend.

Op een paal ontdekken we een paar gifgroene gekko's en we zien een dikke spin die zijn prooi aan het verslinden is.

Omdat we moera moera doen, duurt de wandeling 3,5 uur. Op de terugweg gaat Rodin op zoek naar de giraffenek kever. Hij kan hem niet vinden, maar we hebben eerder op de dag al een soortgenoot gezien. Door het zien van al die unieke beesten, ben ik helemaal opgeknapt! Met een voldaan gevoel laat de Softie groep zich terug rijden naar het hotel. Ik trakteer mezelf op een potje citronelthee. Dat is goed tegen een snothoofd.

Om twee uur gaan we samen met vier reisgenotes naar het dorp. We zien onderweg allerlei taferelen, die hier heel gewoon zijn, maar voor ons heel bijzonder. Langs de kant van een rivier bloeien schitterende trompetbloemen en groeien bananenbomen. Een man staat in de rivier zijn benen te wassen. We komen langs een politiepost. De agent, die lekker onderuit gezakt zit, schiet overeind en zet zijn pet recht.

De plaatselijke markt biedt weer veel kijkgenot. Een veelheid aan fruit (zelf durians!), grote lappen vlees, stokbroden, snoepgoed, kruiden, frivole behaatjes: ze hebben van alles en nog wat. Monique koopt wat cakejes die eruit zien als muffins. Uit wat de verkoopster zegt, begrijpen we dat het maïscakejes zijn.

We komen langs een gemeenschaps- of kerkgebouwtje waaruit vrolijk gezang klinkt. Het koor is waarschijnlijk aan het oefenen voor de zondagsdienst.

Verderop, langs de weg, zit een klein Baobabwinkeltje, waar ze kleding verkopen van het merk Maki. Ze hebben ook souvenirs, zoals houten autootjes, kruiden en poppen. Ik koop een handgemaakt jongenspopje met een rieten hoed. Zulke hoedjes zie je hier vaak. Verder kopen Paul en ik ieder een T-shirt met lange mouwen. De anderen slagen ook.

Aan de overkant van de winkel is een museumpje gevestigd. Het is vrij toegankelijk. Er zijn foto's en uitleg over de natuur en het leven in Madagaskar te zien. We stoppen de beheerster wat geld toe. In de bijbehorende souvenirshop worden o.a. geborduurde T-shirts verkocht, maar die zijn van flutkwaliteit. De beheerster ziet aan mijn plastic zak dat ik bij Baobab ben geweest en informeert hoe duur een shirt daar is.

We besluiten om naar de thermen te gaan. Jazeker, ook Ranomafana was vroeger een kuuroord. Nu ligt het thermengebouw er verlaten bij. Er ligt allerlei rotzooi in de kamers en we kunnen ons niet voorstellen dat het nog in gebruik is.

We lopen iets verder door en komen dan bij een nieuw gedeelte. Daar wordt volop gebadderd en gemasseerd. Op het terrein ligt ook een zwembad waar de plaatselijke bevolking (in hun ondergoed) en een paar vahaza's aan het plonzen zijn. Degenen die uitgepoedeld zijn, lopen schoon en opgefrist over een brug terug. Zo te zien zijn het alleen de beter gesitueerden die zich een uitstapje naar het badhuis kunnen permitteren. De mensen die het wat minder goed hebben, zitten onder de brug in het stroompje te poedelen.

Wij steken de brug over en komen langs een kraampje met leuke, zelfgemaakte maki's en kameleons. Kees heeft daar gisteren al een maki gekocht. Hij beweerde dat het beestje opgevuld is met oude lijkwades. Ondanks dit onsmakelijke idee kopen alle dames een maki. Betty informeert voor de zekerheid waar ze mee opgevuld zijn. Gewoon met stukjes spons! Die Kees heeft ons maar wat wijs gemaakt! De opbrengst gaat naar een goed doel. Dit dorp wordt financieel geholpen door een stichting die Tartartra heet en opgericht is door een Amerikaanse dame.

Langs een andere weg gaan we terug richting hotel. Onderweg komen we weer wonderlijke winkeltjes tegen. Bij één ervan worden olielampjes verkocht, die gemaakt zijn van lege blikjes tomatenpuree en koffiemelk. Heel kunstig.

Terug in het hotel nemen we plaats op de veranda en drinken citronelthee of fris. Monique wil haar cakejes serveren, maar die blijken helemaal verkruimeld te zijn. We proeven de overgebleven kruimels. "Zeep," oordelen Paul en Willy. Ik associeer de gelige kleur en zwarte pitjes die erin zitten nog het meest met mezenbollen. Hoe dan ook: we vinden het goor!

Een ploeg vertrekt voor de avondwandeling, maar daar heb ik even geen puf voor. Later heb ik spijt, want ze hebben twee soorten muislemuren gezien (o.a. de zeldzame vetstaartmuislemuur) en een civetkat.


<-Vorig hoofdstuk: dag 10 Volgend hoofdstuk: dag 12->
Home Reizen Contact Site Map Zoeken

Valid HTML 4.01 Transitional